Hieronder beschrijf ik, Steven, mijn ervaringen van de afgelopen week als crew-chief voor Michiel, tijdens zijn deelname aan Tortour 2020. Ik had een kort tekstje in gedachten, maar die 4-daagse valt nu eenmaal niet kort te beschrijven.
Woensdagavond, 12 augustus ’20. Allerlaatste crew-meeting op Belgische bodem.
Het lijkt erop dat we de “corona-dans” ontsprongen zijn. Zwitserland (behalve Geneve dan) bevindt zich op de groene lijst. België laat ons zonder restricties vertrekken. Ook in omgekeerde richting goed nieuws: na de Zwitserse veiligheidsraad werden er geen aanpassingen doorgevoerd aan de inreis-voorwaarden. Belgen blijven welkom in Zwitserland. Groen licht dus, opluchting!
In de broeierige hitte volgen we de athlete-briefing online, overlopen de laatste todo- en inpak-lijstjes, laden de bagage in, wensen elkaar nog een goede nachtrust toe en spreken af om 6u om te vertrekken.
Donderdag 13 augustus ’20. Landskouter – Zürich.
De laatste bagage wordt ingeladen, fietsen op de auto geplaatst, en off we go. Zürich blijkt dichterbij dan gedacht. Na een heel vlotte rit komen we rond 15u aan bij ons AirBnB appartementje in Oerlikon, deelgemeente van Zürich. We profiteren van de onvoorziene extra tijd om de laatste voorbereidingen te treffen. Zwitserse SIM-kaartjes installeren, alle elektronica opladen, routebook en gpx-tracks bestuderen,… Met lichte nervositeit gaan we vroeg naar bed. Tot zondag zullen we ons bed niet meer terugzien.
Vrijdag 14 augustus ’20. Race day.
Alles is onder controle. We kunnen rustig verder doen met de takenlijstjes. Voeding voorbereiden voor de komende dagen, auto race-klaar maken, Michiel nog wat platte rust gunnen. Om 16u15 vertrek ik naar de check-in. Tijdig vertrekken was geen overbodige luxe, Zürich blijkt erger dan de Brusselse ring tijdens de vrijdagavondspits. De check-in verloop vlot. Aan het appartement brengen we de vereiste Tortour-stickers aan op de auto, en rond 19u vertrekken we richting start. De spanning begint stilaan voelbaar te worden. Een kwartiertje voor de start stappen we het race-dorp binnen. Michiel schuift aan in de rij. Je ziet alle ultra-atleten volledig in zichzelf gekeerd, opperste concentratie.
20u10: “NEXT RIDER… MIKEL BOGART… FROM BELGIUM!” schalt door de luidsprekers. Kippevel! “Onze” Michiel komt het startpodium op.
“Three… Two… One… GO!!”
Vanaf nu is het menens. Michiel rijdt het podium af en verdwijnt achter de hoek onder luid gejuich van de lokale toeschouwers. Met de crew haasten we ons terug naar de auto, en rijden we rechtstreeks naar het eerste checkpoint aangezien de eerste etappe (55km) zonder volgwagen afgelegd moet worden. Tijdens de rit wordt het stilaan donker. De zonsondergang boven de Zürichsee laat ons nog even tot rust komen. Aangekomen bij het eerste checkpoint is het ondertussen volledig donker. Michiel zal wisselen van z’n tijdritfiets naar z’n klimfiets aangezien de komende 5 etappes stevig klimwerk vereisen. Iets voor 22u komt Michiel aan op checkpoint 1. Snel de handtekening plaatsen op het racer-blad, fiets wisselen, bevoorrading controleren en enkele minuten later is hij opnieuw vertrokken voor etappe 2.
Nacht van vrijdag 14 op zaterdag 15 augustus ’20. Klimmen, klimmen en nog eens klimmen.
Wat er volgt in etappe 2 tot 6 is moeilijk te vatten als je het niet van dichtbij meemaakt. Pikdonker, met slechts wat lichtjes in een ver dal, verslindt Michiel de ene na de andere Zwitserse bergpas. De Klausenpass, Oberalppass, Lukmanier,… één voor één moeten ze eraan geloven. Iedere keer die afdaling tot +- 500m, iedere keer die klim tot 2000m en hoger. Ondertussen komt er ook wat lichte regen opzetten. Gelukkig droogt de weg snel op en zijn de afdalingen grotendeels op droog wegdek. Bij zonsopgang zijn de eerste 3 bergpassen achter de rug. We zien Michiel nog steeds vlot de pedalen ronddraaien. Het voedingsschema wordt goed gevolgd. Met de crew komen we in een goede flow.
In de ochtend neemt Dorien het stuur over, en probeer ik even de ogen te sluiten. We hebben nog een lange tijd in de auto voor de boeg. Bij checkpoint 4 (Serravalle) bekijken we het profiel van etappe 5. Wat een monster! 2000m stijgen in een etappe van 69km. 40km non-stop klimmen. Onderweg durven we de afstand tot de top bijna niet naar Michiel te roepen. Nog 30km… nog 26km… nog 25km… vastberaden blijft Michiel kilometer per kilometer de meedogenloze Gothardpass afwerken. De laatste kilometers beginnen toch stilaan door te wegen. De kleine kasseitjes beginnen aan te voelen als Vlaamse kinderkopkes.
Eenmaal boven bevinden we ons plots in een andere wereld. Het lijkt alsof alle toerisme uit de streek zich op deze top gevestigd heeft. Tussen de mobilhomes en dagjestoeristen zoeken we een plaatsje om Michiel even van de fiets te halen. Deze klim heeft er toch wel wat ingehakt. We besluiten om een kleine powernap in te lassen. Zo’n powernap kan goed of slecht uitdraaien, en is moeilijk in te schatten wat het effect is. Na het korte dutje frissen we Michiel op, en laten we hem afdalen tot Realp. Afwachten hoe hij de powernap verteerd heeft.
Beneden in Realp wordt hij door het checkpoint automatisch geregistreerd, zonder dat hij hoeft te stoppen. We laten hem dus direct doorfietsen om niet opnieuw het ritme te breken. Wat op papier een kleinere klim leek (“slechts” 1000 hoogtemeters) blijkt nog een stevige beproeving. De blakende zon doet de temperaturen op de flanken van de Furkapass flink oplopen. We doen inspanningen om Michiel koel te houden, en houden z’n vochtopname goed in de gaten. Voor de crew is het een uitdaging om frequent de auto reglementair aan de kant te zetten om hem te bevoorraden en toe te juichen. Eenmaal boven (het “dak” van Tortour, 2429m hoogte) volgt een zucht van opluchting. 330km afgelegd, 7600 hoogtemeters, astronomische cijfers waar de gemiddelde sporter een beetje bleek van wordt.
De ergste beklimmingen zijn achter de rug. Nu volgen er enkele vlakkere etappes. Recupereren zal relatief zijn, maar het stemt ons positief. De eerste indrukken van Michiel na de afdaling van de Furkapass zijn hoopgevend. Hij heeft een goed ritme te pakken en je kan zien dat hij klaar is om met de blik op oneindig enkele honderden kilometers af te malen. Terwijl Michiel verder trapt, nemen we even wat voorsprong met de crew, om hem in het volgende dorp op te wachten.
Zaterdag 15 augustus ’20 – 14u40. Donderslag bij heldere hemel.
Op de passagiersstoel blader ik door alle aanmoedigingen en berichtjes die in de WhatsApp groep met familie en vrienden gestuurd worden. Plots verschijnt: “Race gecanceld? Alles in orde?”. Vlug even de tracking app checken, alles lijkt in orde. Geen oproepen of berichten van de organisatie gemist. We verzekeren onszelf dat er op het thuisfront misschien wat verwarring was rond de powernap-stop, of dat de tracking even offline was. Twee minuten later wordt een facebook-bericht van de organisatie in de groep gedeeld.
Ongeloof.
Verwarring.
Race-office proberen bereiken.
Lukt niet.
Nog eens proberen…
Na enkele pogingen heb ik iemand van de organisatie aan de lijn…
Wat we begonnen te vrezen is werkelijkheid. Een van de deelnemers is om het leven gekomen op de Oberalppass. De wedstrijd wordt met onmiddellijke ingang stopgezet. Wat volgt is een keiharde golf van emoties, ongeloof, frustratie en verdriet.
“Wat vreselijk voor het slachtoffer, zijn familie, zijn team.”
“Hoe is zoiets kunnen gebeuren?”
“Mogen we wel teleurgesteld zijn dat we de race moeten stopzetten?”
“Moeten we niet enkel van geluk spreken dat niemand van ons erbij betrokken was?“
Niemand die het weet.
De terugweg naar Zürich is lang en stil. Af en toe een opflakkering van frustratie, woede, verdriet. Verzonken in gedachten komen we fysiek en mentaal uitgeput aan bij ons verblijf. Ik probeer bezig te blijven om niet te moeten nadenken. Na wat opruimen en opfrissen besluiten we iets te gaan eten. Groepstherapie. We praten, praten en praten. Het helpt.
Nieuwsberichten over het ongeval sijpelen binnen. Het slachtoffer is Roger Nachbur, 38 jaar, winnaar van Tortour 2019. Een motorrijder zou van z’n rijvak afgeweken zijn en frontaal in botsing gekomen zijn met de fietser. Direct fataal. De hele rit hadden we ons al geërgerd aan de motoren die zich in de bergen op een race-circuit waanden. Met een dode tot gevolg nu.
R.I.P. Roger.
Zondagochtend 16 augustus ’20. Terugweg.
Na een woelige nacht hebben we besloten dat we niet langer in Zürich gaan blijven. De terugreis was pas voor maandag gepland, maar niemand lijkt zin te hebben in een dagje city-trippen. Tegen 11u is alles ingepakt en vertrekken we huiswaarts. Onderweg vernemen we nog dat Zürich ondertussen op de oranje lijst staat, en we dus sterk aangeraden worden om ons te laten testen en in quarantaine te gaan. Goed ja, dat nemen we er nog maar bij zeker.
Er is een halve week voorbij wanneer ik dit verhaal neerpen. Ondertussen is iedereen uitgerust en is vooral ook de mentale rust teruggekeerd. Het zal nog even duren eer we weten of we dit onder een “speciale belevenis” of eerder “die trieste Tortour” moeten klasseren. Een ding weet ik wel, we hebben er ons als team door geworsteld. Ondanks alles, zou ik het niet gemist willen hebben.
Merci Michiel, topatleet en mentaal ijzersterk
Merci Dorien, power-woman die voor haar ‘liefke’ door het vuur gaat
Merci Antoine, onvermoeibaar, baken van kalmte en positiviteit
Merci aan alle supporters op het thuisfront die ons zowel tijdens als na de race overspoelden met berichten.
Merci aan alle mensen die ons steunden met een bijdrage voor PH vzw, die we met dit soort uitdagingen in de kijker zetten.
Steven.